Slaapplaatstellingen

De Biesbosch is een belangrijke slaapplaats voor verschillende watervogelsoorten. Onder meer de Grote zilverreiger, Aalscholver, Grutto, Kolgans en Kleine zwaan overnachten in grote aantallen in het gebied. Deze soorten zijn dan ook opgenomen in het ontwerpbesluit voor Natura 2000.

 

Tellingen

Foto: Albert de Jong

Jaarlijks worden er in de Biesbosch verschillende slaapplaatsen geteld. Deze tellingen vinden vooral plaats in de wintermaanden. Landelijk is er een aantal vaste teldata vastgesteld door Sovon Vogelonderzoek Nederland. Ganzen en zwanen worden rond 1 december en half januari geteld. Voor de Grote zilverreiger wordt iedere winter een drietal telweekenden vastgelegd. Voor de Grutto geldt dat er twee telweekenden tussen half maart en half april zijn afgesproken.

In de winter van 2012/2013 werd de Biesbosch voor het eerst integraal geteld op slapende ganzen en zwanen. Op 1 december en 19 januari deden 18 tellers mee om alle slaapplaatsen zo goed als mogelijk te tellen. De telling op 1 december leverde ruim 41.000 ganzen op, meest Kolganzen en Grauwe ganzen. Van de Toendrarietgans werden zo'n 1500 exemplaren geteld, een hoger aantal dan verwacht. Verder bleek dat in januari ruim 1500 Kleine zwanen in het gebied sliepen. Een volledige verslaglegging van deze tellingen volgt nog.

Natura 2000

Volgens het ontwerpbesluit in het kader van de Natura 2000-Vogelrichtlijn heeft de Biesbosch een belangrijke slaapplaatsfunctie voor de volgende soorten. Achter de soorten zijn de instandhoudingsdoelen uitgedrukt in aantallen per seizoen. Met andere woorden: deze aantallen moeten in de Biesbosch kunnen blijven slapen.

  • Grote zilverreiger (60)
    Tijdens slaapplaatstellingen in februari 2012 werden honderden slapende vogels geteld bij Lijnoorden. Maximum: 917 op 1-2-2012. Bij vorstinval dient de Biesbosch als laatste verzamelplaats voor zilverreigers die naar het zuidwesten trekken.
  • Aalscholver (330)
    Dit aantal betreft een seizoensgemiddelde. De Aalscholver slaapt in dode bomen, verspreid door de Biesbosch. Bekende slaapbomen zijn te vinden langs de Amer, in de Beneden Spieringpolder en in polder Stededijk.
  • Kleine zwaan (10)
    Op 19-1-2013 werden er 1506 kleine zwanen geteld, die sliepen in de Noordwaard en de Sliedrechtse Biesbosch. Bijna al deze vogels foerageren overdag in de Alblasserwaard. Enkele vogels blijven overdag in het gebied.
  • Kolgans (34.200 - maximum aantal slapers)
    De Kolgans gebruikt met name de Sliedrechtse Biesbosch, de Zuiderklip en de zuidwestrand van de Brabantse Biesbosch als slaapplaats.
  • Brandgans (4900) 
    Dit seizoensmaximum werd overschreden op 28-1-2010, toen naar schatting 20.000 vogels in polder Hardenhoek overnachtten.
  • Grauwe gans (2300)
    Voor de Grauwe gans is een seizoensgemiddelde van 2300 exemplaren vastgelegd. Het gemiddelde aantal voor de winter van 2012-2013 was 7850 (11286 op 1/12/2012 en 4414 op 19/1/2013). Deze aantallen werden geteld tijdens een integrale, vrijwel gebiedsdekkende, slaapplaatstelling. Voor de Grauwe gans is de Biesbosch in de vroege winter een foerageerplek voor Scandinavische vogels, die doortrekken naar Zuid-Europa.
  • Grutto (60)
    Dit aantal betreft een seizoensgemiddelde. Polder Hardenhoek is in het voorjaar een van de grootste slaapplaatsen voor Grutto's in Nederland, met een maximum van 2601 vogels op 5-3-2012. In maart 2013 werden er maximaal 2257 exemplaren geteld, voornamelijk IJslandse vogels.

 

Niet alleen voor deze soorten is de Biesbosch als slaapplaats van betekenis. Zo slapen er Blauwe kiekendieven, duizenden Smienten, tienduizenden Storm- en Kokmeeuwen (spaarbekken De Gijster) en tientallen Grote mantelmeeuwen (polder Hardenhoek).

Coördinatie en informatie
Het doorgeven van slaapplaatstellingen kan via Albert de Jong: info@vwgbiesbosch.org

Wilt u meetellen of meer informatie? Mail dan ook gerust even.

BMP Broedvogelmonitoring in de Biesbosch

s' Ochtends voor dag en dauw je bed uit. De wereld om je heen is nog stil en dan langzaam begint de natuur te ontwaken. Je staat te wachten op de grens van wilgengriend en rietgors. Een Roodborstje begint te zingen, de Zanglijster valt hem bij, de Merel, een Winterkoning en dan ook de rietzangers. De zon komt al snel op en schijnt laag door de wilgen. Langzaam loop je verder, ondertussen alle vogels om je heen noterend. Ze lijken nauwelijks oog voor je te hebben. Ze hebben belangrijkere zaken aan hun hoofd. Er moet voor nageslacht gezorgd worden! In de verte klinkt een Koekoek en als je geluk hebt klinkt het prachtige ‘dudeljoo’ van de Wielewaal boven je hoofd. Dat is broedvogelmonitoring in de Biesbosch.

Gat van Den Hardenhoek

 

Bijna dertig jaar

Sinds 1984 worden er jaarlijks, of om het jaar, gebieden in de Biesbosch op broedvogels geteld. Door dit steeds in dezelfde gebieden te doen en op dezelfde gestandaardiseerde manier, ontstaan er trends die iets zeggen over de vooruitgang of achteruitgang van de broedvogels in de Biesbosch. En dat kan weer wat zeggen over de kwaliteit of de samenstelling van de natuur in de Biesbosch. De Vogelwerkgroep Biesbosch voert deze tellingen, die voornamelijk gebaseerd zijn op het herkennen en in kaart brengen van territoriumzang, uit voor Sovon en Staatsbosbeheer. Deze zogeheten BMP-tellingen worden in heel Nederland uitgevoerd wat een beeld oplevert van de broedvogels van Nederland. Daarnaast zijn de gegevens belangrijk voor beleidsmakers, beheerders en natuurbeschermers bijvoorbeeld bij de vaststelling van belangrijke gebieden voor het Europese netwerk van de meest waardevolle natuurgebieden van Europa, het Natura 2000-netwerk, waar de Biesbosch ook onderdeel van is.

Telgebieden
Momenteel worden er in de Dordtse Biesbosch 3 vaste gebieden geteld, in de Sliedrechtse Biesbosch eveneens 3 en in de Brabantse Biesbosch 5. Ook bij deze tellingen kunnen wij alle hulp gebruiken. Zowel ervaren tellers als beginnende vogelaars, die zich in vogelgeluiden willen verdiepen, zijn welkom. Als beginnende teller kan men altijd mee met een ervaren teller. Dit is nog steeds de beste manier om vogelgeluiden onder de knie te krijgen. De tellingen vinden plaats gedurende het broedseizoen van maart tot en met juli. Wil je meedoen, neem dan contact op met de broedvogelcoordinator  van de Vogelwerkgroep Biesbosch via de mail.

Broedvogelcursus
Daarnaast geeft de Vogelwerkgroep Biesbosch, bij voldoende animo, om de paar jaar een cursus broedvogeltellen voor wie er nog beter in wil worden en zelfstandig voor ons in de Biesbosch wil gaan tellen. De laatste cursus is in januari 2013 gestart.

BMPC cursus

Naast het tellen van alle soorten in een vast telgebied worden er ook zogeheten BMP Z -tellingen gedaan. Dit zijn broedvogeltellingen van alleen enkele schaarse of belangrijke soorten in een groot telgebied. Ons werkgebied kent 4 van deze gebieden: de gehele stad Dordrecht, de polders van het Eiland van Dordrecht, de gehele Dordtse Biesbosch en de gehele Brabantse Biesbosch. Alle gebieden worden jaarlijks geteld, met uitzondering van de Brabantse Biesbosch, die om het jaar geteld wordt.

Tevens worden alle kolonievogels in ons werkgebied jaarlijks geïnventariseerd. Zie voor meer info Kolonievogels.

Roodborsttapuit

Wintervogels

In opdracht van de Provincie Zuid-Holland organiseert Sovon Vogelonderzoek, gedurende het winterhalfjaar, al vele jaren zogenaamde wintervogeltellingen. Rond de Dordtse Biesbosch voert de Vogelwerkgroep Biesbosch deze tellingen uit. Dit wordt al sinds 1991 gedaan en dankzij zo’n lange reeks tellingen kunnen er onderbouwde uitspraken gedaan worden over het belang van de getelde gebieden voor overwinterende vogels en kunnen er belangrijke trends berekend worden.
De provincie gebruikt de uitkomsten van de tellingen o.a. voor de actualisering van het Streekplan. Indirect werkt de Vogelwerkgroep Biesbosch, via haar wintervogeltellingen, dus mee aan de natuurwaardebepaling en daarmee aan het behoud, van het gebied. De wintervogeltellingen vinden elk jaar in de periode van oktober t/m maart plaats, op de zaterdag die het dichtst bij de 15e ligt.

Voor zowel beginnende als gevorderde vogelaars vormen deze tellingen een uitgelezen kans om een bijdrage te leveren aan de bescherming van de natuur. Omdat de tien telplots in drie ploegen worden geteld en er in iedere groep minimaal één ervaren teller zit, kunnen de deelnemers veel van elkaar opsteken.

Tijdens de wintervogeltellingen krijg je natuurlijk verschillende soorten vogels in de kijker, zowel algemene als bijzondere. Zo zijn er altijd wel meerdere soorten ganzen en eenden te zien, maar ….. een langs scherende Slechtvalk, een passerende Zeearend, een jagend Smelleken of een invallende groep kraanvogels vormen de krenten in de pap.

De wintervogeltellingen vertrekken steevast om 10.00 uur vanuit hoeve Jong Dordrecht, het onderkomen van de Vogelwerkgroep Biesbosch aan de Noorderelsweg 2A te Dordrecht. Hier worden vooraf, onder het genot van een kopje koffie of thee, de drie telploegen ingedeeld. Er gaat een groep te voet, één per fiets en één per auto. Afhankelijk van wat je op je pad tegenkomt, ben je kort na de middag weer op het vertrekpunt terug.
Om eens te proeven aan zo’n wintervogeltelling kan iedereen, ervaren of (nog) niet, zich aanmelden via de mail of via tel. 078-6.21.39.21

Kolganzen in Polder de Biesbosch

 

2012.
By: Joomla Free Templates