Ook dit jaar hebben er weer Slechtvalken in en rond de Biesbosch gebroed. In ieder geval gaat het om 4 paartjes, die elk min of meer een vaste stek bezetten. De territoria bevinden zich bij de Amercentrale, de Zuiderklip, de Noorderplaat en Crayestein in de Sliedrechtse Biesbosch. Vrijwel allemaal broeden zij in oude kraaiennesten, kunstnesten of nestkasten in hoogspanningsmasten.

Niet alle broedpogingen verlopen succesvol. In een zeer nat voorjaar zijn eens alle jongen van 3 paartjes in de Biesbosch door onderkoeling (nat regenen) verongelukt. Deze broedgevallen vonden allen in open kunstnesten plaats, waarbij de oudervogels wel prooi aansleepten, maar niet het benul hadden hun jongen droog te houden. Ook vallen er nog al eens eieren of jongen van de richels of spanten van de hoogspanningsmasten. Op 29 mei jongstleden belandde er een bijna vliegvlug jong in een slaapkamer in Sliedrecht. Het dier had zijn vliegkunst waarschijnlijk overschat. Via de dierenambulance, de vogelopvang in Rotterdam en de roofvogelwerkgroep kwam het dier via een omweg toch weer op zijn eigen stek terecht. Wij werden namelijk benaderd met de vraag of wij in de buurt van de Beneden Merwede een slechtvalkennest wisten. En dat wisten we natuurlijk.

Herenigd

Omdat het jong niet gewond was en in een uitstekende conditie verkeerde, werd het op onze aanwijzingen weer met de ouders en een jonger zusje herenigd. Op de foto's de avontuurlijke puber, vlak voor deze weer via een enorme klimpartij in haar eigen hoogspanningsmast werd teruggezet.

Het totale Nederlandse broedbestand van de Slechtvalk wordt door Sovon op ca 115 paren geschat. In Zuid-Holland werden in 2011 8 broedparen bekend en in Noord Brabant 18. In dat licht bezien doet de Biesbosch het met 4-6 paren dus niet slecht en is de Slechtvalk bij ons een Goedvalk.

De kleine kolonie Purperreigers in de Sliedrechtse Biesbosch is weer geteld. Op 1 juni vonden de broedvogeltellers zeker 11 nesten in het Aart Eloyenbos. De kolonie is daarmee al zeven jaar redelijk stabiel.

Sinds 2007 worden de nesten van de broedende Purperreigers geteld; een flinke klus, omdat de nesten zich middenin een jong wilgenvloedbos op een eiland in polder bevinden. Omdat de kolonie wegens een samenloop van omstandigheden in 2012 niet geteld is, was het dit jaar extra spannend. In linie zochten de tellers het broedeiland af. Ze vonden 11 nesten in verschillende stadia: één nest was bijna afgebouwd, terwijl op de meeste andere nesten al twee kleine jongen zaten. De kolonie blijkt redelijk stabiel te zijn: er worden altijd rond de tien nesten gevonden, met een uitschieter in het jaar 2010, toen er 18 nesten aanwezig waren.